Informeren is geen inspraak! Laat het bevoegd gezag haar verantwoordelijkheid nemen als het gaat over openbare orde en veiligheid.

Sinds de inwerkingtreding van het CS-OOO is voor het projectplan geen handtekening meer vereist van het bevoegd gezag (veelal de gemeente). Wel dient het bevoegd gezag geïnformeerd te worden over benaderwerkzaamheden. Deze regeling leidt tot onbegrip bij verschillende opdrachtgevers, opdrachtnemers, gemeenten en de EODD over waar welke verantwoordelijkheden liggen.

Toelichting

Vóór de inwerkingtreding van het CS-OOO was de handtekening van het bevoegd gezag een verplichte stap bij het opstellen en goedkeuren van een projectplan voor een opsporingsonderzoek. Per slot van rekening betekent een opsporingsonderzoek een potentieel risico voor de openbare orde en veiligheid en is het bevoegd gezag verantwoordelijk voor de handhaving hiervan. Het bevoegd gezag tekende voor akkoord aangaande de mitigerende maatregelen in het projectplan ten aanzien van de risicobeheersing in het opsporingsproces. Hier was nooit enige discussie over. Iedere stakeholder begreep dat goedkeuring van het bevoegd gezag ten aanzien van risicobeheersing voor de openbare orde en veiligheid een vanzelfsprekendheid is.

Direct ná de invoering ontstond de vreemde situatie dat diverse gemeenten, conform het CS-OOO, aangaven dat hun handtekening (zijnde bevoegd gezag) niet meer nodig was. Zij wilden dus niet meer tekenen voor het projectplan. De EODD daarentegen gaf geen projectnummer meer af voor opsporingsprojecten die waren ingediend zonder een handtekening van het bevoegd gezag. Uiteindelijk kwam hier een work-around uit waarbij de EODD akkoord ging met een verklaring van een gemeente dat zij kennis hadden genomen van het projectplan, maar niet wilden tekenen.

In het Convenant beoordeling projectplan opsporing ontplofbare oorlogsresten zijn door het Platform Blindgangers en de VEO afspraken gemaakt over hoe een gemeente om dient te gaan met projectplannen voor opsporingsprojecten. Hier zit ook een scenario in dat projectplannen niet ondertekend worden wanneer er sprake is van alleen detectie. In het kader van de openbare orde en veiligheid wil een gemeente altijd weten welk onderzoek waar plaatsvindt.

De gecreëerde oplossing van de verklaring is geen oplossing maar ‘naar de fout toe redeneren’. Kern van het probleem blijft dat een gemeente als bevoegd gezag altijd verantwoordelijk is én blijft voor de openbare orde en veiligheid, maar niet meer verplicht een projectplan voor een opsporingsproject hoeft te ondertekenen. Deze situatie leidt tot veel onduidelijkheid, onvrede en onbegrip bij (overige) gemeenten, opsporingsbedrijven en de EODD.

De enige échte oplossing zit in het terugbrengen van de verplichte handtekening van het bevoegd gezag in het CS-OOO.

Standpunt EVN

EVN is van mening dat er duidelijkheid moet zijn over de verantwoordelijkheden omtrent opsporingsprojecten. Het bevoegd gezag draagt de eindverantwoordelijkheid over de openbare orde en veiligheid en hoort dus ook beslissingsbevoegd te zijn bij risico’s aangaande diezelfde openbare orde en veiligheid. In de praktijk van opsporingsprojecten betekent dit dat het bevoegd gezag aantoonbaar akkoord dient te gaan met de veiligheidsmaatregelen uit het projectplan en dat dit sterk geborgd moet zijn in wet- en regelgeving zoals het CS-OOO. Een projectplan behoord ondertekend te zijn door het bevoegd gezag. EVN gaat komende tijd hierover in gesprek met diverse stakeholders binnen de branche.

‘In ieder geval zullen EVN-leden geen opsporingsprojecten uitvoeren zonder dat is vastgesteld dat de gemeente akkoord is met het projectplan op het gebied van openbare orde en veiligheid. Informeren is prima bij detectie, maar een akkoord is een vereiste bij het benaderen.’