Gecertificeerd als opsporingsbedrijf, maar geen Senior OOO-deskundige in vaste dienst: Hoe serieus neem je je vakgebied dan?

Volgens het WSCS-OCE, van kracht tot 01/01/2021, moesten OOO-bedrijven minstens één Senior OOO-deskundige in dienst hebben (32 u/week), en dat is heel logisch. We mogen van een gecertificeerd bedrijf, gespecialiseerd in de explosievenopsporing, immers verwachten dat het personeel in dienst heeft met het hoogste niveau van deskundigheid.

Volgens het CS-OOO, opvolger van het WSCS-OCE, is dit niet meer nodig. Met de huidige regelgeving wordt de deskundigheid bij bedrijven met betrekking tot het opsporen van explosieven uitgehold.

Bij de leden van EVN blijft dit gewoon een vanzelfsprekendheid. Wij zien de Senior OOO-deskundige in vaste dienst als een vereiste binnen onze branche.

Toelichting

Een bedrijf is een levende organisatie, waarin wordt gewerkt aan kennisopbouw, -behoud en -overdracht. Wanneer een gecertificeerd OOO-bedrijf geen Senior OOO-deskundige in dienst heeft, dan geeft het management daarmee een duidelijk signaal dat interne kennis, deskundigheid, en ervaring geen prioriteit hebben binnen een bedrijf.

Een OOO-bedrijf dat geen Senior OOO-deskundige in dienst heeft integreert deze deskundigheid niet in haar interne kwaliteitssystemen. Dit kan vervolgens ook niet getoetst worden op vakkundigheid en veilig werken om te streven naar een hoog kwaliteitsniveau. Dat is zorgwekkend, omdat opsporingsbedrijven projecten uitvoeren waarbij gespecialiseerde vakkennis, correcte risicoanalyses en een juiste veiligheidsaanpak absoluut noodzakelijk zijn.

Het schrappen van deze bepaling is kenmerkend voor de mentaliteit die de laatste jaren zich steeds meer manifesteert bij de wetgevende organen, de opdrachtgevers en bij sommige opdrachtnemers:

  1. Stichting VOMES, het Centraal College van Deskundigen OOO (CCvD-OOO) en het ministerie van SZW hebben het CS-OOO doorgang laten vinden. In deze nieuwe regelgeving werden allerlei eisen qua veiligheid en kwaliteit in de OOO-sector geschrapt of uitgehold.
  2. Heel wat opdrachtgevers, publiek en privaat, laten het financiële belang (de kosten van opsporing) prevaleren boven dat van het belang van veilig werken
  3. Volgens EVN moet er een gezonde balans zijn tussen het financiële en het veiligheidsbelang. Het kostenplaatje lijkt echter in toenemende mate van doorslaggevend belang te zijn.

In het CS-OOO zijn ten opzichte van eerdere regelgeving heel wat bepalingen geschrapt: de begeleiding van sonderingen en boringen in verdacht gebied, de melding van OOO-projecten aan de gemeente, de verplaatsing van OO binnen het werkgebied, het vooronderzoek, en nu dus ook de verplichting om een Senior OOO-deskundige in dienst te hebben. We zitten in de Nederlandse OOO-sector dus duidelijk in een neerwaartse spiraal qua veiligheidsbeleid. Expertise en kwaliteit binnen een opsporingsbedrijf zijn bijzaak geworden.

Het herinvoeren van de verplichting om een Senior OOO-deskundige in vaste dienst te hebben is volgens EVN een van de eenvoudigere stappen om de negatieve tendens op het vlak van veiligheid om te buigen. Er lijkt binnen de sector immers een zekere consensus te bestaan over de onzin van deze wijziging. EVN zal daarom in overleg gaan met de andere leden van het CCvD-OOO, en een stemming voorbereiden om de vereiste om een Senior OOO-deskundige in vaste dienst te hebben weer in te voeren.

Standpunt EVN

Het vervallen van de eis om een Senior OOO-deskundige in dienst te hebben werd door veel opsporingsbedrijven en andere betrokkenen in eerste instantie helemaal niet opgemerkt. In de toelichtingstekst bij het CS-OOO is geen onderbouwing over dit besluit terug te vinden. EVN is van mening dat het vervallen van deze eis in niemands belang is: niet van de opdrachtnemer maar ook niet van de opdrachtgever. Beiden hebben er namelijk een belang bij dat het opsporen van OO aantoonbaar veilig en deskundig plaatsvindt.

EVN is van mening dat een Senior OOO-deskundige fundamenteel deel uitmaakt van een gecertificeerd opsporingsbedrijf, en dat het wegvallen van die bepaling een van de vele onzinnige wijzigingen is in het CS-OOO. Bedrijven binnen onze branche die hun vakgebied serieus nemen zijn het met ons eens.

EVN heeft het besluit genomen om het volgende op te nemen in haar huishoudelijk regelement:

‘Leden van EVN nemen hun vakgebied serieus en hebben minimaal één Senior OOO-deskundige in vaste dienst. Dit is tevens een harde toelatingseis voor het lidmaatschap van EVN!’